Het systeem is opgebouwd uit een besturingseenheid en een detectiekabel. Op de besturingseenheid worden de alarmdrempels voor zowel het thermo-maximaal als het thermo-differentiaal deel, met behulp van meerstanden schakelaars, ingesteld. In totaal zijn er 3048 instellingsmogelijkheden beschikbaar waardoor er voor iedere situatie een optimale instelling toegepast kan worden. De status van de detectiekabel wordt door de besturingseenheid bewaakt op alarm, draadbreuk en kortsluiting. Met behulp van vier leds aan de voorzijde wordt de status weergegeven (In bedrijf, Max.alarm, Dif.alarm en storing). Daarnaast beschikt de besturingseenheid over potentiaalvrije contacten voor alarm (Max. en Dif.) en storing. Herstellen van de besturingseenheid kan door het onderbreken van de voedingsspanning of het activeren van de externe herstel ingang of door het indrukken van de interne herstelschakelaar.